In mijn blog Wat je niet moet doen als je de Rothko-expositie bezoekt vertelde ik al over de associatie met de Capella Scrovegni die ik had tijdens de opening. Die persoonlijke associaties, die voor iedereen anders zijn, vind ik boeiend. Zoals velen van jullie weten ben ik gek op poëzie en gebruik daar ook graag fragmenten van, zoals bijvoorbeeld in #poëzievoorhetslapengaan . Heel vaak roepen gebeurtenissen of beelden fragmenten van gedichten bij mij op. Zo ook in de expositie. Hoewel ik me ervan bewust ben dat ik zomaar een bouwsteen trek uit een zorgvuldig opgesteld gedicht, deel ik die flarden poëzie toch graag met jullie, omdat ze wat mij betreft weer een andere, persoonlijke betekenis krijgen met het werk van Rothko in gedachten .
In het interview in de catalogus bij de Rothko-expositie vertelt Henk van Os over het verlangen van Rothko om 'op te lossen'. Van Os noemt dit ook in relatie met het laatste rode werk van Rothko en diens zelfmoord, waarbij hij zijn polsen doorsneed. Heftig, maar ook de reden waarom direct een fragment van een gedicht van Willem Wilmink in mij opkwam, dat eigenlijk over 'opa' gaat maar ook precies lijkt te passen bij Mark Rothko: "doodgaan is dus niet zoiets als nacht het is de steeds grotere ruimte die hij voor zichzelf heeft bedacht" - Willem Wilmink- In een twitterconversatie met een Rothko-fan vertrouwde zij me toe dat het werk van Rothko op haar de uitwerking heeft " dat je op wilt gaan in het beeld, niet weg wilt, en het tegelijk teveel is, te overweldigend". Hoe mooi is het als dat over je werk, over jou gezegd wordt? Ook Rutger Kopland verlangde daar blijkbaar naar: "ik heb altijd gewild dat ik dat was, een lege plek voor iemand, om te blijven" - Rutger Kopland - Zoals ik in mijn vorige blog al schreef was ik zelf erg onder de indruk van een werk op papier, waar zwart en blauw onder een lichtgevende band geplaatst zijn. Het lijkt wel alsof Ingmar Heytze dit gedicht schreef terwijl hij het werk zag: “.. doorzichtig blauw of peilloos zwart; een mooi, groot ademhalen onder de maan.” - Ingmar Heytze - In mijn ogen hebben woorden een ongelofelijke kracht. Fragmenten uit poëzie kunnen troostrijk zijn, als ze passen bij het moment of bij je gevoel. Daarvoor is de context van het gedicht niet altijd nodig. Net als poëzie is het werk van Rothko troostrijk en lijkt het soms te zeggen: "Laat mijn verdriet altijd groter wezen dan het jouwe zodat het eromheen kan liggen als armen" - Herman de Coninck -
1 Comment
Bijna is het weer zover: Gedichtendag. Dit jaar op 31 januari, en voor het eerst de start van de week van de poëzie. Mooi initiatief en ik kijk uit naar de activiteiten die er zullen zijn. Een mooi extraatje, maar eigenlijk is het bij mij al elke dag gedichtendag. Vandaag is #Poëzievoorhetslapengaan namelijk jarig! Doordat ik onlangs mijn twitterarchief heb gedownload, kon ik gemakkelijk opzoeken wanneer ik met #poëzievoorhetslapengaan begonnen ben. Dat bleek in de nacht van 14 op 15 januari 2012 te zijn. Maar hoe kom je erbij (bijna) dagelijks een fragment uit een gedicht, dat dan ook nog eens in 140 tekens moet passen, de wereld in te sturen? Eigenlijk heb ik mijn hele leven al iets met taal en poëzie gehad, en met name tot mijn zestiende schreef ik veel gedichten. Mijn zus kan zich vast nog herinneren dat ik haar eens een ' bundel van eigen hand' cadeau deed toen ik een jaar of 12 (?) was. Ik was er vrij goed in, maar om één of andere reden stopte ik langzaamaan met schrijven. Poëzie lezen doe ik nog altijd graag. Een jaar geleden merkte ik dat ik vaak veel moeite had om in slaap te komen, vanwege een 'vol hoofd'. Het lezen van een roman vergde teveel concentratie dus begon ik met het lezen van gedichten net voor ik ging slapen. Ik merkte dat dit een soort rust teweegbracht, misschien door het ritme van de woorden, of gewoon het langzaam bladeren door een beduimelde bundel. Sindsdien ligt er een flinke stapel gedichtenbundels naast mijn bed. Die eerste avond was het Bart Moeyaart die de eer had de hoofdpersoon te zijn in de allereerste #poëzievoorhetslapengaan met 'zo kwijt als dood/mag je niet gaan". Er volgden vele schrijvers, variërend van Herman de Coninck tot Dolf Jansen. En soms, heel soms, stiekem eentje van mijzelf. Langzaamaan kwam #poëzievoorhetslapengaan bij mijn twittervolgers onder de aandacht en volgden er retweets, reacties en veel 'favorites'. Af en toe koos ik al een aantal regels voor een speciale gelegenheid, bijvoorbeeld toen mijn kleine nichtje Eva werd geboren: "Hoor een moeder / zingt een liedje / voor haar dochtertje van glas / God behoed haar voor de kraaien / en de allereerste kras / voor de hobbels en de kuilen / en het snijden van het gras" (Koos Meinderts)" Juist omdat je iets uitzoekt wat je zelf mooi vindt, en wat bij de ontvanger past, kunnen een paar woorden een echt cadeau worden. Ik probeer dan ook altijd op verjaardags- of rouw- en trouwkaartjes een mooie tekst te zetten. In december besloot ik in plaats van onpersoonlijke kerstkaarten persoonlijke poëzie cadeau te doen aan de volgers die dat wilden. Je leest het in het blog "Poëziecadeaus". Dit mondde uit in een maand lang #poezievoorhetslapengaanalscadeau en vele hoofdbrekens over welke regels bij wie zouden passen. Het was geweldig om te doen, want het effect van mooie woorden werd maar weer eens duidelijk. Misschien het allermooiste voorbeeld en reactie was die van @SigridMCJansen op mijn regels voor haar: "Neem een man, neem een vrouw/Neem mij, neem jou. En laat/ons binnen een jaar of dertig/nog eens op deze zelfde plek / komen staan en nog eens kijken/naar diezelfde bosrand en nog/eens zoeken naar elkaars even/koude hand en denken: ja" (Marc Tritsmans). Dit is wat ze terugschreef: "ik ben er stil van. Morgen, over een uurtje, zijn we 29 jaar getrouwd. Toeval? Bestaat niet. Dank je". Ik ben blij met deze en alle andere mooie reacties op #poezievoorhetslapengaan ! Ik hoop dat iedereen genoten heeft van zijn of haar persoonlijke regels. In 2013 ga ik door met #poëzievoorhetslapengaan, maar dan wordt het weer mijn eigen keuze. Hoewel.... af en toe een 'verzoeknummer' voor een leuke tweep zal ik vast niet weigeren! PS: bekijk hier onder de Storify van #poëzievoorhetslapengaanalscadeau Het is er de tijd weer voor: kerstgroeten en nieuwjaarswensen. Heel leuk om te krijgen altijd, die kaarten. Ik verbaas me alleen over de onpersoonlijke boodschap die op veel kerstkaarten staat. “Fijne feestdagen”, “Geniet van de oliebollen”. Veel leuker vind ik het om van iemand een wens toegestuurd te krijgen die niemand anders krijgt, die speciaal voor mij opgeschreven is. Met dat idee ben ik in december begonnen met #poëzievoorhetslapengaanalscadeau , bij wijze van kerstwens voor tweeps die dat leuk vinden.
Inmiddels al een jaar geleden begon ik op twitter met #poëzievoorhetslapengaan. Voor ik naar bed ga lees ik vaak een paar gedichten. Het ritme en de klanken van de poëzie blijken voor mij een prima slaapmethode. Ergens tussen (meestal) 23.00 uur en 24.00 kun je dus via @ElineLevering regelmatig (bijna dagelijks) enkele mooie dichtregels lezen van meer of minder bekende schrijvers. Inmiddels heeft #poëzievoorhetslapengaan een trouwe schare fans gekregen en het leverde me zelfs een plek op in @Desireebattjes 'Twitter top20' op Frankwatching. Soms gebeurt het zelfs dat ik een keer geen zin heb in pöezie, maar door een van mijn volgers gevraagd wordt: “waar blijft de #poëzievoorhetslapengaan?” De keuze van de dichtregels hebben meestal te maken met mijn eigen stemming, en de bundels die ik aan het lezen ben. Soms pas ik de keuze aan een jaargetijde of gebeurtenis aan. Voor december bedacht ik een ander plan: #poëzievoorhetslapengaanalscadeau . Iedereen die dat wil kan van mij in december een speciaal voor hem of haar uitgezochte dichtregel krijgen. Ik kreeg al veel enthousiaste reacties en heb een flinke lijst aangelegd. December zit al bijna vol! De eerste poëziecadeaus zijn de deur al uit, en volgens mij waren de ontvangers er blij mee. Aanmelden kan natuurlijk nog steeds, reageer daarvoor hieronder met je twitternaam of tweet naar @ElineLevering. En mocht je zelf wel van de kerstkaarten zijn, stuur je er mij dan een met jouw mooiste gedicht, dichtregel of songtekst erop? Mijn adres vind je onder contact. Want échte post blijft natuurlijk ook wel heel erg leuk! Het is niet vaak gebeurd dat ik in een museum tot tranen toe geraakt werd. Ik kan het me van twee keer herinneren: toen ik eindelijk de Scrovegni kapel in Padova zag, en toen ik een videokunstwerk zag in De Pont in Tilburg waarop een stervende vrouw te zien was (ook na een tijd speuren weet ik niet meer van wie dit werk is, wellicht van Bill Viola?). De derde keer was bij de expositie Parelen in kunst, natuur en dans in museum de Lakenhal.
‘Parelen in kunst, natuur en dans’ is een tentoonstelling die is gemaakt door choreografe en gastcurator Karin Post, waarbij verschillende disciplines uit de kunst worden samengebracht. Zo zijn er videoanimaties, foto’s, werk op papier en vele videoregistraties van dansscènes, aangevuld met naturalia uit de collectie van Naturalis. Indruk maakte in het bijzonder de prachtige computeranimaties waarmee de tentoonstelling begint en de werken van Kinke Kooi. Zeer boeiend is de combinatie, of eigenlijk meer de tengenstelling, tussen de beweging in de dansscènes en de verstilling van geconserveerde naturalia. Maar is het die diversiteit aan geëxposeerde werken die Parelen de meest ontroerende tentoonstelling maakt die ik ooit heb gezien? Nee. Parelen is gemaakt als een choreografie, en muziek, looproute, objecten en kleurenschema’s vormen dan ook samen één geheel. Toch kwam de ontroering die ik tijdens de tentoonstelling voelde, en de reden dat ik enigszins ‘verdwaasd’ uit het museum kwam, voor een groot deel voor rekening van toneelschrijver Rob de Graaf, die het verhaal voor de audiotour schreef, en Pierre Bokma, die het insprak. Wie mij volgt op twitter weet dat ik erg van poëzie houd (zie deze Storify van #poëzievoorhetslapengaan). De zorgvuldigheid van de tekst van het verhaal over Siluce, die haar parel achterna reist, raakte me. Ik werd het verhaal ingezogen en wilde eigenlijk terugspoelen om zinnen als “Kan een land, kan een strand, kan iets dat er gewoon is, van iemand ZIJN?” nog eens terug te luisteren. Hiermee blijk ik overigens lijnrecht te staan tegenover Maarten Baanders, die voor Cultureel persbureau in zijn recensie van Parelen schreef: "Hoe mooi dit verhaal ook is, als je het hoort tijdens de wandeling door het museum, zit het de ervaring van de tentoonstelling in de weg. Het is te veel van het goede. De expositie heeft zelf al zo’n suggestieve, sprookjesachtige atmosfeer, dat het verhaal dat door de koptelefoon je hoofd binnenkomt als een verstoring werkt en de aandacht fragmenteert". Bij mij zorgde de audiotour er juist voor dat ik helemaal ondergedompeld werd in de tentoonstelling. Lopend door het museum vroeg ik me af: waarom maken musea niet vaker gebruik van de kracht van taal? Geen onbegrijpelijke wandteksten, onleesbare zaalbordjes. En al helemaal geen saaie, langdradige audiotours met onbegrijpelijke termen. In plaats daarvan verhalen die je raken, waar je over na gaat denken, die net zo goed onderdeel zijn van de exposities als de objecten waarlangs ze je leiden. En die maken dat je nóg eens wilt gaan. Parelen (mét audiotour!) is een must. Voor wie van musea houdt, zeker voor wie van dans houdt, maar al helemaal voor een ieder die van taal houdt. Omdat een recensie natuurlijk niet alléén maar lyrisch kan zijn, een klein puntje van kritiek richting De Lakenhal: wat jammer dat ik het verhaal van Siluce niet als boekje met cd bij de museumshop kon kopen om die avond met de stem van Pierre Bokma in slaap te vallen! Vandaag was ik bij de opening van de expositie Erwin Olaf: Leidens ontzet in de Universiteitsbibliotheek in Leiden. Prachtige foto's en ik verheug me dan ook om het grote Historiestuk uit dezelfde serie in de Lakenhal te zien.
De expositie zette mij aan het denken over welke fotografen en foto's mij bij zijn gebleven. Nu ben ik geen expert op fotografiegebied, maar ik houd wel erg van fotoboeken. Zo heb ik het boek Gezicht op Straat (even doorklikken naar 'Books') met foto's van de Rotterdamse fotograaf Arie Kievit vergezeld van gedichten van Jules Deelder vele malen doorgebladerd. Een grotere tegenstelling met de machtige, imponerende portretten van Olaf is haast niet voor te stellen. De portretten van Rotterdammers in Gezicht op straat zijn zó eerlijk en zonder opsmuk. Je wordt er soms vrolijk, soms treurig van. De combinatie met de, meestal ultrakorte, gedichten van Deelder is perfect. Vooral bij de portretten van mensen die je dagelijks kunt tegenkomen. Aan wie we voorbij lopen, vaak zonder hen te zien. Deelder verwoordt het op een manier die voor mij een pleidooi tegen onverschilligheid is: Aangenaam De onbekende kan reeds morgen een bekende zijn. |
Archives
Oktober 2023
Thema's
Alles
|