Gisteren was ik weer eens in Scheltema in Leiden, en wel op het laatste Kunstfestival Scheltema Beweegt. De Stichting Scheltema stopt per 1 januari 2012 en het is nog onbekend wat Leiden terug krijgt in het prachtige pand. Een horecaondernemer die wel wat culturele avondjes wil organiseren? Of toch een broedplaats voor talentvolle (jonge) makers waar ruimte is voor experiment, ontroering en bezieling? Ik hoop vurig op het laatste. Terug naar gisteren. Met een wat weemoedig gevoel verliet ik Scheltema, denkend aan alle mooie dingen die daar plaats gevonden hebben. Een optreden bleef maar terugkomen in mijn hoofd: Willem van Ekeren met 'Bach - Bukowski'. In de donkere theaterzaal, hangend op een doorgezakt bankje, luisterde ik naar twee grootheden samengebracht in piano en zang van Van Ekeren. 22 gedichten uit 'The Last Night of the Earth Poems' van Charles Bukowski bracht hij samen met 22 delen uit het Wohltemperierte Klavier van Johann Sebastian Bach. Door de bluesachtige wijze van zingen smeedt Van Ekeren Bach en Bukowski aaneen. Op de speciale website van Bach - Bukowski lees je meer over het ontstaan van dit project en over de (muzikale) thema's. zoals dat van 'Bluebird': Ik heb een vogeltje in mijn hart dat er uit wil, maar niemand mag weten dat hij er zit, heel soms, als iedereen slaapt, laat ik hem los Dit is maar een van de vele voorbeelden van indrukwekkende optredens die in Scheltema te zien waren. Er is nog veel meer te bedenken: van het Levend Spookhuis op 3 oktober tot optredens van de Veenfabriek en van Zijlicht tot het Laatste Oordeel. Zoveel moois, dat mag niet verloren gaan. Scheltema moet blijven!
0 Comments
Deze week was ik jarig. Ik begon én eindigde mijn verjaardag in de Leidse raadszaal. Donderdagnacht zat ik op de publieke tribune bij de begrotingsbehandeling in de Leidse gemeenteraad. Vrijdagavond was diezelfde raadszaal ineens het podium van de Veenfabriek, die er de voorstelling BANG bracht.
In BANG wordt de Nederlandse samenleving onder de loep genomen door afwisselend twee ouderen, twee rijke yuppen en 'de hardwerkende Nederlander'. De ouderen zijn verbitterd en verbijsterd over onder andere het feit dat hun kleinkinderen, 'de kereltjes', niet meer langs mogen komen. De veranderende samenleving wordt treffend weergegeven door de opmerking dat een van de kereltjes in therapie is: 'hij kan niet tegen zijn verlies'. Een van de rijke yuppen worstelt vooral met vragen over de ongelijkheid in de wereld. De ander stelt haar gerust: alleen het eigen ik zou leidend moeten zijn, dan zou de wereld er heel anders uit kunnen zien. Want iedereen kan het goed hebben. De 'hardwerkende Nederlander' verschijnt steeds tussen door en houdt vooral onsamenhangende betogen. Maar vertedert wel. Bij de try-out vrijdagavond bleek dat de scènes van het oudere echtpaar het meest uitgewerkt waren. Zodra de spelers de stoelen van de oudjes weer raakten werden ze ook echt iemand anders. De harde uitdrukking op de gezichten en de verbeten zinnen bezorgden kippenvel. Bij het wisselen naar de yuppenscenes raakten de acteurs enkele keren de draad kwijt. Door deze slordigheden raakte het publiek de aandacht wat kwijt, en dat was jammer. Toch bleef BANG boeien tot het eind, niet om het minst vanwege de muziek die perfect samenging met het spel. Een groot compliment dan ook voor de Veenfabriek, die een voorstelling heeft weten neer te zetten op een bijzondere locatie, die je aan het denken zet en een wat schurend gevoel achter laat. Zo'n gevoel dat je terug zou willen om het nog een keer te zien! Regie Paul Koek, Tekst Gerardjan Rijnders / Rob de Graaf / Arjen Duinker, Muziek Ton van der Meer en John van Oostrum Spel Reinout Bussemaker, Lizzy Timmers, John van Oostrum en Jacobien Elffers, Dramaturgie Paul Slangen, Kostuums Rebekka Wörmann Foto Bowie Verschuuren Deze week hoorde ik het weer eens iemand zeggen, ik vermoed in een van de vele cultuurdebatten: "wat ons onderscheidt van dieren is dat we kunnen genieten van mooie dingen, en de drang hebben te creeëren". Valt veel voor te zeggen natuurlijk, en velen zullen het met deze uitspraak eens zijn. Het is echter een fascinerende veronderstelling. Het raakt aan de oorsprong van kunst en de vraag of het maken van kunst puur menselijk gedrag is. Tijdens mijn master Art & Literature verdiepte ik me voor het vak "practices and debates in art and literature" in de 'biologische benadering' van kunst. Met name het onderzoek naar de vraag: 'maken dieren ook kunst'? was erg leuk om te doen, hoewel dat natuurlijk in mijn geval bij een verkenning bleef. Ik ben tenslotte geen bioloog. Er zijn ook weinig kunsthistorici die zich met dit thema hebben bezighouden, terwijl het toch heel zinning kan zijn omdat het ons inzicht kan geven in de basisprincipes van ons kunstgedrag. Het gedrag van dieren en het kunstgedrag van de mens kunnen misschien heel verschillend lijken, maar toch geëvolueerd zijn uit dezelfde set van eigenschappen. De bekendste biologen die zich op dit onderewerp stortten, en er ook nog eens heel leuk en toegankelijk over schreven, zijn F. de Waal (o.a.: The ape and the sushi master. Cultural reflections by a primatologist) en Desmond Morris. Er zijn in de loop der tijd ontzettend veel onderzoeken gedaan waar apen voorzien werden van middelen om te tekenen en te schilderen.Het bekendste voorbeeld (maar zeker niet het enige) van een schilderende aap is Congo. Deze chimpansee maakte bijna 400 werken, die overigens goed verkochten (op veilingen deed Congo het vaak beter dan Warhol of Renoir!). Picasso had zelfs een echte Congo aan de muur hangen. Belangrijke observaties die gedaan werden bij de experimenten is dat de apen bij het schilderen altijd binnen de grenzen van het papier bleven en dat er een sterke drang naar symmetrie te zien was in de tekeningen. Wanneer Congo een papier gegeven werd met een stip aan een kant, zette hij zelf ook een stip op zo’n manier dat de tekening in balans werd gebracht. Dit experiment werd op alle mogelijke manieren herhaald en steeds met hetzelfde resultaat. Apen blijken dus gevoel te hebben voor orde en symmetrie. Ook bleken de apen, en met name Congo, zich steeds verder te ontwikkelen. De patronen die ze maakten werden steeds ingewikkelder en bestonden onder andere uit cirkels en spiralen. Bovendien konden de apen een werk als (on)af beschouwen. Wanneer het werk weggehaald werd voordat de aap klaar was, werd hij zichtbaar geïrriteerd. Andersom werkt het ook: wanneer de aap klaar was kon hij niet gedwongen worden verder te schilderen. Er zijn twee kampen wanneer het gaat om de vraag waarom de apen blijven schilderen als ze daar de kans voor krijgen. Het ene kamp, aangevoerd door Desmond Morris, gaat ervanuit dat de aap iets wil 'scheppen', het andere kamp gaat uit van de drang om iets 'weg te werken', namelijk het lege vel papier. Tegelijkertijd is het ook zo dat de apen weinig waarde lijken toe te kennen aan de werken die ze geproduceerd hebben: soms scheuren ze het zelfs aan stukken. Hierbij is er dus een groot verschil tussen aap en mens: de aap probeert niet iets te maken dat blijft voortbestaan. Wellicht kunnen wij daar met onze eeuwige drang om te bewaren, beheren, behouden, conserveren, beschermen nog wel iets van leren. |
Archives
Oktober 2023
Thema's
Alles
|