Voor een keer curator zijn en mogen dwalen door het depot van een kunstmuseum om te kiezen uit Verborgen Kunstwerken die het Nederlandse publiek nooit te zien krijgt. Wie wil dat nu niet? Eind januari opende het tweede Pop-Up museum van De Wereld Draait Door. In het Allard Pierson Museum zijn negen zalen gevuld met werken uit de depots van twaalf musea. En zoals het een ‘echte’ tentoonstelling betaamt, is er bij de expositie een tentoonstellingscatalogus verschenen. In het rijk geïllustreerde boek is de keuze van alle gastconservatoren, van zowel het eerste als het tweede DWDD Pop-Up museum, te zien. Bladerend door het boek viel mij de gelijkenis op met de ervaring die ik had bij De Grote Kunstshow afgelopen weekend in de Rotterdamse Schouwburg. Daar werd beeldende kunst in het theater gebracht. De bezoeker werd meegenomen in de verhalen en associaties die die kunstwerken oproepen. Dezelfde insteek komt naar voren in de catalogus DWDD Pop-Up museum. Er is in het boek geen kunsthistorische lijn te bekennen en geen achtergrondinformatie over de kunstenaars of de materialiteit van het kunstwerk te vinden. Is dat erg? Voor mijn kunsthistorische hart misschien wel. Maar voor mijn theaterhart, dat houdt van verhalen, biedt het boek genoeg moois: het laat je zien dat kunstwerken geladen kunnen worden met je eigen verhaal. Dat kijken naar kunst een hoogst persoonlijke ervaring kan en mag zijn. Dat jouw eigen associaties, los van wat kunsthistorisch belangrijk is, een prachtige tentoonstelling kunnen opleveren. Duidelijk wordt dat alle conservatoren een eigen insteek hebben bij het kiezen van hun werken. Ze starten met één werk dat hen raakt (Joost Zwagerman), vanuit hun expertise (Cécile Narinx), werken met een thema (Pieter van Vollenhoven), of kiezen op gevoel (Nico Dijkshoorn) of genre (Marc-Marie Huijbregts). Het levert duidelijk een bijzondere intimiteit op tussen conservatoren en kunstwerken, die Carice van Houten zelfs verleidt om Henri Fantin-Latour liefkozend ‘Henri’ te noemen. Het plezier van de conservatoren en onbevangenheid waarmee ze door de collecties mochten grasduinen straalt het rijk geïllustreerde boek ook uit. Er is geen goed of fout, er is alleen heel veel plezier in het kijken, waarbij we onze eigen gedachten en ideeën op het werk mogen loslaten. Zoals Jan Mulder de kijker en lezer een opdracht meegeeft: “Kijk goed. Kijk voor de zekerheid nogmaals. Vorm uw eigen mening. Slik niet klakkeloos alles wat er staat en hangt. Wees uw eigen kunstpaus.” Zo’n advies, om beter en langer te kijken is natuurlijk altijd een aanrader. Ook bij dit boek. Bij een tweede keer lezen en kijken blijken keuzes die aanvankelijk zo voor de hand liggend leken bij nader inzien toch te verrassen. Ik begon dit blog met een vergelijking met De Grote Kunstshow die ik bijwoonde. Op het eind van het boek, lezend in het artikel van Sywert van Lienden, springt me nog een opvallende overeenkomst in het oog. Het Walthamstow Tapestry wist het te maken tot zowel de DWDD expositie als tot een optreden in de Rotterdamse Schouwburg. Zo zag ik een werk dat zijn dagen in een museumdepot en in een privécollectie slijt ineens twee keer in één week. ‘Hoeveel van die tapijten heeft de kunstenaar eigenlijk gemaakt’, vraag ik me plotseling af. Zo stuit ik op wat voor mij het struikelblok is bij deze expositievormen waar het persoonlijke overheerst. Ik móet nu weten hoe dat tapijt van Grayson Perry is gemaakt, hoe groot het is, hoeveel er van zijn en wat de betekenis van dat werk nu eigenlijk is. In de catalogus is daar niets over te vinden. Maar gelukkig hebben we het internet nog….. Winactie DWDD Pop-Up museum – Verborgen kunstwerken uit Nederlandse musea verscheen bij Lebowski Publishers en kost 24,99 euro. Ik mag een exemplaar van de catalogus weggeven. Kans maken om te winnen? Laat een reactie achter onder deze post of deel deze blog op social media. PS: wie ook meer wil weten over Grayson Perry's vijftien meter lange Walthamstow Tapestry kan hier foto's bekijken en hier een boeiend artikel vinden.
2 Comments
|
Archives
Oktober 2023
Thema's
Alles
|