Vorige week beleefde ik mijn "opera-ontmaagding". Hoewel ik váák in theater te vinden ben, was opera nog onontgonnen terrein voor mij. Een terrein waarvan ik verwachtte dat het me niet zou liggen. Maar, sinds enige tijd is een vriendin helemaal weg van opera. Samen gingen we naar Tosca van Opera Zuid in het Lucent Danstheater. Mijn wat afwachtende houding had de overhand in de eerste twintig minuten van het stuk. Ik kon het niet helpen te denken: "waarom zingen wat je ook kunt spélen?" Ik merkte erg gewend, en gehecht, te zijn aan de theatrale elementen van een voorstelling. Het hielp niet mee dat de acteerprestaties van met name Floria Tosca te wensen over lieten en het decor ronduit lelijk was. Tosca, uitgevoerd door Capucine Chiaudani, zou aanvankelijk gespeeld worden door Rossana Potenza, die echter ziek werd en de rol aan haar voorbij moest laten gaan. Wellicht dat het deze wisseling was die zorgde voor het matige spel. Wanstaltig decor Ik twijfelde even over bovenstaand tussenkopje, maar eerlijk gezegd verwoordt het nog steeds mijn gevoel over het decor. Beter is het te spelen op een compleet lege vloer, dan met goedkope, afgeraffelde materialen te werken. In haar recensie op Cultuurbewust verwoordt Sophie van Eck het mild door het decor 'onfraai' te noemen. Bestaande uit plastic doorzichtige wanden die de indruk van een kapel moesten wekken, een slecht geschilderd marmeren gedeelte en een amateuristisch kunstwerk ziet het geheel er armoedig uit. Zonde! Gelukkig maakte niet de hele voorstelling zo'n indruk. Het Brabants Orkest speelde prachtig, en gaandeweg werd ik meer meegezogen in het verhaal. Met name na de pauze werd het gezang én de uitvoering intenser. De bekende aria E lucevan le stelle werd in de derde akte prachtig vertolkt. En, het moet gezegd worden, ook het decor werd aan het eind stukken beter. Eindelijk verdwenen de shabby plastic wanden van het toneel en werden ze, bij de executie van Cavaradossi, verwisseld door een mooie, simpele projectie. Al met al ben ik nog niet helemaal gewonnen voor de opera, maar heb ik wel zin om meer te gaan zien. Ik vermoed een enorme onontdekte theaterwereld. Dus: tips welke opera ik gezien moet hebben? En waarom juist die? Kom maar door!
2 Comments
Vorige week bezocht ik in de Leidse Schouwburg "LODHO speelt Tom Waits". Weinig tijd gehad om een uitgebreide blog over te schrijven, maar eigenlijk hoeft dat ook niet. Het was geweldig! Kijk, luister, lach, geniet! Gisteren was ik weer eens in Scheltema in Leiden, en wel op het laatste Kunstfestival Scheltema Beweegt. De Stichting Scheltema stopt per 1 januari 2012 en het is nog onbekend wat Leiden terug krijgt in het prachtige pand. Een horecaondernemer die wel wat culturele avondjes wil organiseren? Of toch een broedplaats voor talentvolle (jonge) makers waar ruimte is voor experiment, ontroering en bezieling? Ik hoop vurig op het laatste. Terug naar gisteren. Met een wat weemoedig gevoel verliet ik Scheltema, denkend aan alle mooie dingen die daar plaats gevonden hebben. Een optreden bleef maar terugkomen in mijn hoofd: Willem van Ekeren met 'Bach - Bukowski'. In de donkere theaterzaal, hangend op een doorgezakt bankje, luisterde ik naar twee grootheden samengebracht in piano en zang van Van Ekeren. 22 gedichten uit 'The Last Night of the Earth Poems' van Charles Bukowski bracht hij samen met 22 delen uit het Wohltemperierte Klavier van Johann Sebastian Bach. Door de bluesachtige wijze van zingen smeedt Van Ekeren Bach en Bukowski aaneen. Op de speciale website van Bach - Bukowski lees je meer over het ontstaan van dit project en over de (muzikale) thema's. zoals dat van 'Bluebird': Ik heb een vogeltje in mijn hart dat er uit wil, maar niemand mag weten dat hij er zit, heel soms, als iedereen slaapt, laat ik hem los Dit is maar een van de vele voorbeelden van indrukwekkende optredens die in Scheltema te zien waren. Er is nog veel meer te bedenken: van het Levend Spookhuis op 3 oktober tot optredens van de Veenfabriek en van Zijlicht tot het Laatste Oordeel. Zoveel moois, dat mag niet verloren gaan. Scheltema moet blijven! Eric Vaarzon Morel is geen beste spreker. Dat werd me gisteren duidelijk bij zijn voorstelling “De nieuwe wereld van Don Quichot” in de Leidse Schouwburg. Gelukkig is dat ook zijn vak niet en maakte hij de slome intermezzo’s waarin hij het verhaal van Don Quichot uitlegde ruimschoots goed met virtuoos gitaarspel. In de voorstelling Don Quichot brengt Vaarzon Morel het Spaanse verhaal in een nieuw jasje. Wie had gedacht dat zijn gitaarspel samen zou gaan met de soul en hiphop van zangeres Sinna Casita? Het werkt verbazingwekkend goed en leidt tot een intrigerende crossover voorstelling. Bijzonder om te zien is dat de muzikanten, die in de Leidse Schouwburg nog maar voor de tweede keer de voorstelling spelen, nog flink aan elkaar moeten wennen. Net zoals Vaarzon Morel zelf nog eens flink moet sleutelen aan zijn teksten zat ook flamencodanseres Raquela Ortega nog niet altijd even strak in haar rol. Maar ondanks een openstaande rits van een broek en haar dat steeds maar niet vast wil blijven zitten wordt duidelijk dat hier een danseres van formaat staat. Het ‘tappen’ van de flamencoschoenen en het ritme van de hiphop van Casita versterken elkaar. Tel daarbij de prachtige stem van flamencozanger Carlos Denia en het warme geluid dat Maarten Ornstei uit de basklarinet weet te halen en je hebt een beetje een idee van de bijzondere mix die dit kwintet bracht. Maar om het écht mee te maken, moet je natuurlijk gewoon gaan! Want wat Vaarzon Morel ook brengt, altijd wordt duidelijk hoe groot zijn liefde voor de gitaar is. Hij speelt niet op het instrument, hij bespeelt haar en vlijt (letterlijk!) zijn gezicht tegen haar rondingen. Kortom: Eric Vaarzon Morel spreekt met zijn handen. Een voorproefje van danseres: Raquela Ortega: |
Archives
Oktober 2023
Thema's
Alles
|