Eric Vaarzon Morel is geen beste spreker. Dat werd me gisteren duidelijk bij zijn voorstelling “De nieuwe wereld van Don Quichot” in de Leidse Schouwburg. Gelukkig is dat ook zijn vak niet en maakte hij de slome intermezzo’s waarin hij het verhaal van Don Quichot uitlegde ruimschoots goed met virtuoos gitaarspel. In de voorstelling Don Quichot brengt Vaarzon Morel het Spaanse verhaal in een nieuw jasje. Wie had gedacht dat zijn gitaarspel samen zou gaan met de soul en hiphop van zangeres Sinna Casita? Het werkt verbazingwekkend goed en leidt tot een intrigerende crossover voorstelling. Bijzonder om te zien is dat de muzikanten, die in de Leidse Schouwburg nog maar voor de tweede keer de voorstelling spelen, nog flink aan elkaar moeten wennen. Net zoals Vaarzon Morel zelf nog eens flink moet sleutelen aan zijn teksten zat ook flamencodanseres Raquela Ortega nog niet altijd even strak in haar rol. Maar ondanks een openstaande rits van een broek en haar dat steeds maar niet vast wil blijven zitten wordt duidelijk dat hier een danseres van formaat staat. Het ‘tappen’ van de flamencoschoenen en het ritme van de hiphop van Casita versterken elkaar. Tel daarbij de prachtige stem van flamencozanger Carlos Denia en het warme geluid dat Maarten Ornstei uit de basklarinet weet te halen en je hebt een beetje een idee van de bijzondere mix die dit kwintet bracht. Maar om het écht mee te maken, moet je natuurlijk gewoon gaan! Want wat Vaarzon Morel ook brengt, altijd wordt duidelijk hoe groot zijn liefde voor de gitaar is. Hij speelt niet op het instrument, hij bespeelt haar en vlijt (letterlijk!) zijn gezicht tegen haar rondingen. Kortom: Eric Vaarzon Morel spreekt met zijn handen. Een voorproefje van danseres: Raquela Ortega:
0 Comments
Gisteren mocht ik een college geven voor de Museumjeugduniversiteit. Een geweldig project (dat in Leiden ontstaan is!) waarbij kinderen van 8 t/m 12 een collegereeks kunnen volgen die door experts en wetenschappers gegeven wordt en waarbij steeds een bijzondere of grappige vraag centraal staat die te maken heeft met de collectie van het museum. Bij mij was de vraag: "Wanneer liepen er olifanten door de Breestraat?" en ik gaf dit college naar aanleiding van de affichecollectie van de 3 October Vereeniging die ook een plekje heeft in de tentoonstelling rond Leidens ontzet die momenteel in de Lakenhal te zien is. Zoals het een kunsthistoricus betaamt liet ik vooral veel plaatjes zien. Mijn belangrijkste doel met het college was dan ook om de kinderen heel goed te laten kijken. Want soms zijn die affiches eigenlijk helemaal niet zo gemakkelijk te begrijpen. Wie is bijvoorbeeld die vrouw op het affiche uit 1911? En wat is precies een personificatie? Waar heeft de maker van het affiche uit 1963 zijn signatuur verstopt? Met de kinderen zocht ik naar het antwoord op deze vragen. En natuurlijk namen we ook een kijkje bij de affichemuur die ingericht is op de tentoonstelling in de Lakenhal. Het was enorm leuk om het college te geven, al had ik niet verwacht dat de kinderen zóveel vragen zouden stellen. Heel leuk om te merken dat ze zo geïnteresseerd zijn en zelf al heel veel weten. En hoe het nu zat met die olifant? Die liep, net als een groep apen, in 1978 door de Breestraat tijdens de optocht rond "Wonderbaarlijke reizen". Toen deden ze nog niet zo moeilijk over dieren in de stoet. Hieronder een aantal van de affiches die ik heb laten zien tijdens het college. Alle affiches zijn in het bezit van het Regionaal Archief Leiden. Zaterdag bezocht ik voor het eerst een Mode Museum. In het Momu in Antwerpen zag ik de overzichtstentoonstelling van Walter van Beirendonck: Dream the world awake. Een goed gekozen titel, want aan fantasie en droombeelden geen gebrek in de creaties van deze ontwerper. Al snel ziet de bezoeker dan ook op een muur de tekst: "Everything you can image.... is real". Het was voor mij een vreemde ervaring om een expositie te bezoeken over iets waarvan ik werkelijk niets afweet. Bij de meeste beeldende kunst tentoonstellingen kan ik het werk plaatsen in een context, verbindingen leggen en vergelijkingen trekken. Het tot op zekere hoogte begrijpen. Eerlijk gezegd riep de tentoonstelling in Antwerpen vooral vragen bij mij op. Is dit kunst, design, mode? Waar ligt de scheidslijn en is zo'n afbakening van disciplines wel nodig? Dit is mooi, maar wie kan het dragen? Dit heb ik vaker gezien, maar waar? Niet alle vragen zullen, zeker voor de modekenners onder ons, even nuttig zijn. Maar het maakte de expositie voor mij wél extra spannend. De tentoonstelling bestaat uit 100 poppen, beslaat 30 jaar werk en is is opgebouwd rond 6 thema's: Fairytales, Alien Spirits, Techno Crafts, Alterations, Rituals en Actions / Reactions. Elk van de thema's is duidelijk herkenbaar door materiaalgebruik en thematiek. Ook is de laatste jaren duidelijk het engagement in Van Beirendoncks ontwerpen geslopen. De Burka wordt veelvuldig gebruikt in zijn ontwerpen en ook thema's als massaconsumptie en gender zijn duidelijk terug te vinden. Gelukkig was er naast de kleding op ronddraaiende poppen ook "Walters Wonderwall". Een muur waarop inspiratiebronnen, variërend van etnische kunst tot een penispomp en van speelgoed tot slogans te zien waren. Door deze items werd, ook voor een modeleek zoals ik, de context van de expositie duidelijker. Hoewel ik na 3 kwartier weer buiten stond en niet goed weet wat ik precies van de expositie moet vinden, toonde dit bezoek aan hoe fijn het kan zijn om eens iets te bekijken dat je nog nooit hebt gezien. Je te laten verwonderen door nieuwe beelden en gedachten. En daar dan vragen over te stellen. |
Archives
Oktober 2023
Thema's
Alles
|