In juni 2015 verscheen een prachtig, rijk geïllustreerd boek waaraan ik vanuit de Van der Leeuwstichting een bijdrage mocht leveren in de vorm van een artikel over de stichting. Het boek 'Hendendaagse kunst in Nederlande kerken, 1990-2015' geeft voor het eerst een beeld van de veelstemmige dialoog tussen (museale) kunst en kerk in tijden van secularisatie. De kunst - van Jan Dibbets tot Teun Hocks, van Marc Mulders tot Marlene Dumas, van Maria Roosen tot Tinkebell - is het uitgangspunt, terwijl de kerk de context en (vaak letterlijk) de ruimte schept. De twintig artikelen en interviews zijn geïllustreerd met foto's en beeldessays. De publicatie, samengesteld door Joost de Wal, is verschenen bij uitgeverij Lecturis. Via deze link is Hedendaagse kunst in Nederlandse kerken te bestellen.
0 Comments
In mijn blog Wat je niet moet doen als je de Rothko-expositie bezoekt vertelde ik al over de associatie met de Capella Scrovegni die ik had tijdens de opening. Die persoonlijke associaties, die voor iedereen anders zijn, vind ik boeiend. Zoals velen van jullie weten ben ik gek op poëzie en gebruik daar ook graag fragmenten van, zoals bijvoorbeeld in #poëzievoorhetslapengaan . Heel vaak roepen gebeurtenissen of beelden fragmenten van gedichten bij mij op. Zo ook in de expositie. Hoewel ik me ervan bewust ben dat ik zomaar een bouwsteen trek uit een zorgvuldig opgesteld gedicht, deel ik die flarden poëzie toch graag met jullie, omdat ze wat mij betreft weer een andere, persoonlijke betekenis krijgen met het werk van Rothko in gedachten .
In het interview in de catalogus bij de Rothko-expositie vertelt Henk van Os over het verlangen van Rothko om 'op te lossen'. Van Os noemt dit ook in relatie met het laatste rode werk van Rothko en diens zelfmoord, waarbij hij zijn polsen doorsneed. Heftig, maar ook de reden waarom direct een fragment van een gedicht van Willem Wilmink in mij opkwam, dat eigenlijk over 'opa' gaat maar ook precies lijkt te passen bij Mark Rothko: "doodgaan is dus niet zoiets als nacht het is de steeds grotere ruimte die hij voor zichzelf heeft bedacht" - Willem Wilmink- In een twitterconversatie met een Rothko-fan vertrouwde zij me toe dat het werk van Rothko op haar de uitwerking heeft " dat je op wilt gaan in het beeld, niet weg wilt, en het tegelijk teveel is, te overweldigend". Hoe mooi is het als dat over je werk, over jou gezegd wordt? Ook Rutger Kopland verlangde daar blijkbaar naar: "ik heb altijd gewild dat ik dat was, een lege plek voor iemand, om te blijven" - Rutger Kopland - Zoals ik in mijn vorige blog al schreef was ik zelf erg onder de indruk van een werk op papier, waar zwart en blauw onder een lichtgevende band geplaatst zijn. Het lijkt wel alsof Ingmar Heytze dit gedicht schreef terwijl hij het werk zag: “.. doorzichtig blauw of peilloos zwart; een mooi, groot ademhalen onder de maan.” - Ingmar Heytze - In mijn ogen hebben woorden een ongelofelijke kracht. Fragmenten uit poëzie kunnen troostrijk zijn, als ze passen bij het moment of bij je gevoel. Daarvoor is de context van het gedicht niet altijd nodig. Net als poëzie is het werk van Rothko troostrijk en lijkt het soms te zeggen: "Laat mijn verdriet altijd groter wezen dan het jouwe zodat het eromheen kan liggen als armen" - Herman de Coninck - Gisteren werd in het Gemeentemuseum in Den Haag de tentoonstelling 'Mark Rothko' geopend. De eerste tentoonstelling van het werk van Rothko in Nederland sind 40 jaar. Naast 'Marlene Dumas. The image as burden' in het Stedelijk, de blockbuster van het jaar. De verwachtingen zijn hooggespannen, en de tentoonstelling is zeker een aanrader, maar als je gaat zijn er er paar dingen die je níet moet doen: Vandaag weer een nieuwe blog over mijn eigen collectie kunstwerken. Ik begon met een litho van Marcel Marceau en vervolgde met Hemelbed van Luk van Soom. Die laatste is eigenlijk een uitzondering in mijn collectie omdat het een object is. Ook schilderijen zijn minder aanwezig. Niet alleen vanwege de prijs, maar ook omdat ik vooral erg houd van werk op papier. En dan in het bijzonder van etsen. Etsen is een techniek die niet al teveel meer door Nederlandse grafici wordt toegepast en hier nooit zo groot is geworden als bijvoorbeeld in Duitsland of Frankrijk. Het ontbreekt in Nederland nog steeds aan een volwaardig museum voor grafische kunst. Zelf heb ik een aantal (kleuren)etsen in bezit van twee van Nederlands grootste grafici: Harry van Kruiningen en Cees Kortlang. Over die laatste later meer. Vandaag neem ik jullie mee langs twee etsen van Harry van Kruiningen, synoniem voor Henri Adelbert Janssen. Opvallend aan de werken op papier die ik heb is dat ik ze allemaal gekocht heb vanwege de gebruikte techniek, en niet in de eerste plaats vanwege de voorstellingen. Etsen zijn het medium waarin, veel meer dan bij schilderijen, naar mijn mening puur vakmanschap te zien is. De materialiteit van de etsplaat, het zuur en de techniek van de graficus zijn zeer belangrijk en maken het werk sterk. Etsen zijn vaak ook heel bijzonder om aan te raken (hoewel dat natuurlijk eigenlijk niet teveel moet gebeuren) omdat je dan zo goed de randen van de etsplaat kan voelen. Harry van Kruingen beheerste de techniek van het etsen meesterlijk. Hij experimenteerde met technieken en scheef een boek over grafische kunst. Hij is niet voor niets opgenomen in alle grote (prenten)collecties, zoals die van het Rijksprentenkabinet en die van de Leidse Universiteitsbibliotheek. Daarnaast zijn er ook veel particuliere verzamelaars van zijn werk. De etsen van Harry van Kruiningen worden vrij veel aangeboden op veilingen en zijn over het algemeen redelijk betaalbaar. Fascinerend en bijzonder (en om hebberig van te worden!) aan het werk van Van Kruiningen zijn de series die hij maakte. Bijvoorbeeld reeksen prenten rond de Metamorphosen van Ovidius en het Gilgamesj epos. De twee prenten die ik bezit zijn gemaakt in ets en aquatint. Aquatint is een variant op de etstechniek, waarbij geen lijnen en vlakken worden gemaakt maar 'tonen'. Op het ene werk is een zakkenroller te zien die steelt van een (rijke?) man. Een hand geeft tegelijkertijd een munt aan een bedelaar. Op het andere werk is een scene uit Gulliver's rezien te zien: Gulliver in het land van de Houyhnhnms. In beide etsen is veel detaillering te zien en is er een mooi evenwicht in de tonen in de ets. Enige minpuntje is dat de etsen aan de muur een wat sombere indruk maken. Daarom op mijn verlanglijstje: een van zijn kleurenetsen! Mijn vorige blog, de eerste van de serie over de kunstwerken die ik in bezit heb, sloot ik af met de belofte het de volgende keer over een werk te hebben dat ik ook wel het 'seksfabriekje' noem. Daar hebben jullie natuurlijk met smart op zitten wachten. Het gaat om een object dat in werkelijkheid 'Hemelbed' heet, en dateert uit 1999. De maker ervan is Luk van Soom, een Vlaamse kunstenaar die met name grote beeldhouwwerken maakt. Hij vertegenwoordigde België al eens op een wereldtentoonstelling en was professor aan onder andere de Rietveld Academie in Amsterdam. Hemelbed is in een grotere oplage gemaakt en is in ieder geval in het bezit van het Middelheimmuseum. Hemelbed bestaat uit een metalen opgengewerkte kubus. De inkepingen zorgen voor de illussie van een slaapkamerraam en gordijnen. Tegelijkertijd staat er een fabriekspijp met een grote witte wolk (van gipsachtig materiaal) op de kubus. Jammer genoeg heeft de kat het werk al eens uit de vensterbank gegooid waardoor de witte wolk gerepareerd moest worden. Toch blijf ik het een leuk ding vinden. Waarom dit werk bij mij al snel het seksfabriekje is gaan heten wordt duidelijk wanneer je het ding een kwartslag draait. Dan werp je een blik in de slaapkamer en ziet daar toch echt duidelijk mannelijke en vrouwelijke geslachtsdelen. En is het nu mijn 'dirty mind', of verwijst die witte wolk toch ook ergens anders naar? En de kleine figuurtjes op de fabriekspijp lijken eigenlijk ook verdacht veel op spermacellen. Het leuke van dit werkje vind ik dan ook dat het niet is wat het lijkt. Soms laat ik het met een veelbetekenende blik aan iemand zien. Wanneer er geen belletje gaat rinkelen begin ik te twijfelen: ben ik de enige die deze seksuele aanwijzingen er in ziet? Ik ben benieuwd naar jullie mening! Deze zomer -helaas- geen Italiaanse vakantie voor mij. Het werd iets minder exotisch maar zeker ook de moeite waard: Zuid-Limburg. En natuurlijk geen vakantie zonder museumbezoek. In Aken bezocht ik het Suermondt-:Ludwigmuseum, dat zo tegenviel dat ik er geen blog over zal schrijven. Het meest verrassende bezoek was dat aan het Museum Land van Valkenburg (ja, in dat plaatsje waar verder werkelijk niets te beleven is). Daarover later nog een blog. Het meest bekende museum van Zuid-Limburg is uiteraard het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Met het prachtige opvallende gebouw van Aldo Rossi is het museum een niet te missen icoon van de stad geworden. Tegen de verwachting in viel de collectie Oude Beeldende Kunst in het museum me nogal tegen. Gelukkig werd dat ruimschoots goed gemaakt door de expositie "Martin Visser, verzamelaar, ontwerper, vrije geest". Naast prachtig modern werk (geweldige fotoserie van een homobar van Sigmar Polke, door Visser zelf op doek geprint!) toont de expositie een grote collectie documentatie van verzamelaar Visser. Dat biedt de bezoeker de gelegenheid een briefwisseling in te zien tussen Visser en Panamarenko. Dit geeft een beeld van hoe de verzamelaar én de kunstenaars te werk gingen en tot overeenstemming kwamen voor de aanschaf van een werk. Naast de expositie over Martin Visser werd ik ook gegrepen door het werk Walldrawing #801, Spiral van Soll le Witt in de Cupola van het museum. Normaal ben ik niet zo'n fan van het werk van Soll le Witt, maar Spiral, bestaande uit een licht hellende witte lijn die de hele koepel omspant, past zo goed op deze plek dat je niet anders kunt dan er naar kijken en je in te verliezen. Dat wordt nog versterkt doordat Spiral gepresenteerd wordt in combinatie met een kunstwerk (waarvan de naam van de maker me ontschoten is) bestaande uit sofa's waarop de bezoeker kan plaatsnemen om nog verder weg zinken in het werk van Soll le Witt. Het mooie van de Spiral in de koepel is dat het werk steeds in combinatie met een ander werk getoond kan worden. Dat levert steeds weer andere interacties en gezichtspunten op. Een kunstwerk dat niet verveelt én tot de verbeelding blijft spreken. Een paar leuke feiten over Spiral (via site Bonnefantenmuseum): Tussenafstand van de lijnen 10 cm Totale lengte tape ± 5,7 km Totale oppervlak 472 m² Aantal omwentelingen 143 Vorige week voerde het cultuuruitje van GroenLinks Leiden mij naar de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Leiden. Hoewel ik de collectie redelijk ken, verraste het bezoek me toch. Conservator prenten en tekeningen Jef Schaeps toonde ons een aantal topstukken uit de collectie. Daar horen natuurlijk prenten en tekeningen bij van Hendrick Goltzius, Rembrandt en Lievens. Een van de redenen om het cultuuruitje te organiseren was voor mij dan ook om mensen nog eens te laten weten dat we naast de prachtige Brillenverkoper in de Lakenhal toch echt nog wel meer Rembrandts in Leiden hebben.
Maar, de werken die me bij het bezoek het meest aanspraken waren toch de moderne tekeningen en prenten in de collectie. De UB verzamelt namelijk ook modern werk, zodat de collectie interessant blijft en doorloopt tot in de nieuwste tijd. Een van de tekeningen die we zagen was een groot werk van de jonge Rotterdamse kunstenaar Justin Wijers. Het werk, getiteld "You think I ain't worth a dollar" is 100 x 140 cm groot en toont het lichaam van een dode man, opgebouwd uit letters, kleurige vlakken en lijntjes in viltstift en pen. Wijers maakt deze werken naar aanleiding van foto's die hij op internet vindt. Het kan hierbij gaan om slachtoffers van drugsoorlogen, racisme of oorlog. Justin Wijers is een zeer geengageerde kunstenaar en beoogt met zijn werk de 'naamloze' slachtoffers een identiteit terug te geven. Deze identiteit is fictief. Hij gaat niet op onderzoek uit wie de mensen op de foto in werkelijkheid waren, maar construeert zijn eigen werkelijkheid voor hen. Zelf schrijft hij hierover: "ik voel me een plastisch chirurg die een misvormd lijf zijn schoonheid weer teruggeeft of een uitvaartverzorger die een lijk aflegt. De wonden en het bloed worden als het ware verhuld in een organisch geheel van lijnen, teksten, symbolen en onderliggende tekeningetjes die ontstaan uit vrije associatie." Zijn werk doet me enigzins denken aan dat van Ronald Ophuis, over wie onlangs de prachtige documentaire 'Painful Painting' werd uitgezonden. Ook Ophuis gebruikt gruwelijke beelden als inspiratie voor zijn werk en ook Ophuis werkt op groot formaat. Bij Ophuis is echter niet het doel om de betrokkenen een nieuwe identiteit te geven, zoals bij Wijers wel het geval is. Wijers maakt met zijn werk monumenten voor de slachtoffers. Omdat iedereen, in welke omstandigheid hij dan ook gestorven is, een mens is zoals wij allemaal. Afbeelding: Justin Wijers, You think I ain't worth a dollar, 2009, gemengde techniek op papier, 100 x 140 cm, Bijzondere Collecties Universiteit Leiden, inv. nr. 20744 (Print room) Deze keer in Kunstwerk in de kijker aandacht voor mijn eigen kunstwerk! Vorige week ontving ik van de drukker het eerste exemplaar van "Vorm en Achtergrond. Leven en werk van schilder-graficus Cees Kortlang (1926-2008)". Sinds 2009 ben ik al bezig met het onderzoek naar leven en werk van Cees Kortlang: interviews met vrienden en familie, herinneringen van collega-kunstenaars, foto's van vroeger, ik verzamelde het allemaal. In de loop van de tijd ontstond er een levendig beeld van Cees Kortlang, van zijn karakter en van zijn werk. Dit alles is opgeschreven in de publicatie, die is uitgegeven door de Karin Kortlang Stichting. Het boek heeft een prachtige harde grijs kartonnen kaft en bevat veel afbeeldingen van het werk van Kortlang. Ik ben er supertrots op en wil het boek natuurlijk graag aan de man brengen! Bestellen kan via [email protected] of natuurlijk direct via mij (jullie hebben mijn nummer)! Het boek kost 22,50 euro (excl. verzendkosten). Dus: bestel maar, bestel maar bestel maar..... ! Vandaag was ik bij de opening van de expositie Erwin Olaf: Leidens ontzet in de Universiteitsbibliotheek in Leiden. Prachtige foto's en ik verheug me dan ook om het grote Historiestuk uit dezelfde serie in de Lakenhal te zien.
De expositie zette mij aan het denken over welke fotografen en foto's mij bij zijn gebleven. Nu ben ik geen expert op fotografiegebied, maar ik houd wel erg van fotoboeken. Zo heb ik het boek Gezicht op Straat (even doorklikken naar 'Books') met foto's van de Rotterdamse fotograaf Arie Kievit vergezeld van gedichten van Jules Deelder vele malen doorgebladerd. Een grotere tegenstelling met de machtige, imponerende portretten van Olaf is haast niet voor te stellen. De portretten van Rotterdammers in Gezicht op straat zijn zó eerlijk en zonder opsmuk. Je wordt er soms vrolijk, soms treurig van. De combinatie met de, meestal ultrakorte, gedichten van Deelder is perfect. Vooral bij de portretten van mensen die je dagelijks kunt tegenkomen. Aan wie we voorbij lopen, vaak zonder hen te zien. Deelder verwoordt het op een manier die voor mij een pleidooi tegen onverschilligheid is: Aangenaam De onbekende kan reeds morgen een bekende zijn. |
Archives
Oktober 2023
Thema's
Alles
|