Kwetsbaar en poëtisch. Dat typeert Vele hemels boven de zevende, het debuut van de Vlaamse Griet Op de Beeck. In dit boek vertellen vijf hoofdpersonen, verdeeld over drie generaties, over hun levens: Jos, Eva, Elsie, Casper en Lou. Ze nemen je mee in hun moeilijkheden, hun pijn, hun verlangens en onzekerheden. Het is zo’n boek vol zinnen die je wilt opschrijven om ze in een mooi doosje te bewaren. Eva en Elsie zijn de dochters van Jos. Lou is het gevoelige dochtertje van Elsie en heeft een bijzondere band met haar alleenstaande tante Eva. Casper en Elsie zijn minnaars. Vooral de band tussen Lou en Eva wordt mooi uitgewerkt: ‘Mama doet ook graag alsof er niks aan de hand is. Alsof vrolijk zijn normaal is. (…) Eva lijkt helemaal niet op mama, ook al zijn het zussen. Eva voelt veel, net als ik. Eva kijkt goed, en luistert nog beter. Ik ben ook daarom zo graag bij haar, geloof ik.’ Tijdens het lezen heb ik van elke bladzijde genoten en ik begrijp de vijf-sterrenrecensie die De Volskrant aan dit boek gaf. Maar, nu ik het boek een paar weken uit heb en er nog eens over nadenk, vind ik de ontwikkelingen aan het einde van het boek zwak. De zeer tragische dood van Eva leidt bij de anderen tot beslissende keuzes die allemaal positief uitpakken. Een mooi en hoopvol einde, maar wel direct in tegenspraak met wat Eva zelf in het boek steeds weer pijnlijk duidelijk ondervindt: “Wat zou het prachtig zijn als mensen ook echt krijgen wat ze verdienen.” Juist de mislukkingen, de niet ingeloste verwachtingen, de zondagen waarop het leven te zwaar is om uit bed te komen, maken Vele hemels boven de zevende zo mooi. Dit boek had een verdrietiger, maar eerlijker einde verdiend. Dit is de tweede recensie van een serie boeken die ik in mijn vakantie las. De inhoud van mijn reiskoffer vind je hier. Lees ook wat ik vond van De vlucht van Jesús Carrasco.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
Oktober 2023
Thema's
Alles
|