In een eerder blog ‘Ik ga op vakantie en ik neem mee’ zette ik de literaire inhoud van mijn vakantiekoffer voor jullie op een rijtje. Ik las niet alles in de twee weken dat ik in Italië verbleef (er moesten tenslotte ook steden en musea bezocht worden om van het uit eten gaan maar te zwijgen) maar ik kwam toch een heel eind. De komende dagen enkele recensies van wat ik zoal las. Vandaag: De vlucht van Jesús Carrasco. Een aanrader van wie houdt van boeken waar sfeer en taalgebruik belangrijker zijn dan het plot. Een jongen, wiens naam, leeftijd en locatie het gehele boek niet gespecificeerd worden, is op de vlucht voor de mensen uit zijn dorp. Hij verbergt zich aanvankelijk in een kleine schuilplaats onder de grond en trekt later verder, door een heet en dor landschap waar hij een oude geitenhoeder ontmoet bij wie hij veilig lijkt en die hem onder zijn hoede neemt. De vlucht is het debuut van Carrasco en wordt alom geprezen vanwege het poëtische taalgebruik. Zo schreef het Parool: “Hard, zinderend, poëtisch. En dat alles beheerst en mooi van stijl”. Over het algemeen genomen klopt die bewering, hoewel Carrasco toch ook regelmatig uit de bocht vliegt met vergezochte vergelijkingen en overdreven taalgebruik, met name in de eerste hoofdstukken van het boek met woorden als: “cerebrale poriën”, “Zijn wilskracht baant zich als een Laocoön een weg door de vochtige schemer van zijn hersenen (..)”, “Hij neemt plaats op het Turkse zadel van zijn schedel (..)” “Een vreemde minuscule golf trekt over zijn voorhoofd als een slijmerig stuk schuurpapier dat zijn pijnlijke huid openkrabt. Opnieuw probeert hij tevergeefs zijn oogleden op te slaan. Ze zijn zwaar als gordijnen van goudleer.” Door dit soort volgepropte zinnen bestaat het risico dat lezers afhaken in de eerste drie hoofdstukken van het boek, zeker omdat men dan nog moet wennen aan de beschrijvende schrijfstijl. Maar, wie doorleest merkt dat Carrasco zijn taal steeds beter in bedwang kan houden. Veel vaart komt er niet in het verhaal, maar het gaat in dit boek nu eenmaal meer om de sfeer dan om het plot. Je leeft je steeds meer in de ontberingen die de jongen moet ondergaan in. Ook het karakter van de oude man wordt mooi uitgewerkt, waarbij religieuze associaties aanwezig zijn. Niet alleen doordat de man zelf als ‘goede herder’ optreedt en de jongen een plek gunt bij zijn kudde, maar ook vanwege zijn opvattingen over hoe om te gaan met vijanden. De jongen wordt op zijn vlucht gedwongen snel volwassen te worden. Hij wordt geconfronteerd met geweld, zowel van de natuur als van mensen, en hij staat er uiteindelijk alleen voor. Het boek is bij vlagen zwaar en heftig en de jongen krijgt veel te verduren. Toch eindigt het boek positief en lijkt de jongen de weg die voor hem ligt aan te kunnen omdat “(…) God voor even de duimschroeven wat losser draaide”.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
Oktober 2023
Thema's
Alles
|