Vorig weekend ging ik voor het eerst naar een theatermarathon. Herakles van toneelgroep De Appel startte om 11.00 uur in het Appeltheater. Tot 22.00 uur ’s avonds zou ik het theater niet meer verlaten. Herakles startte in februari 2012 en was zo’n groot succes dat de voorstelling na de zomer nog een aantal keer in het Appeltheater te zien was en in november nog drie dagen in Carré. Van tevoren zag ik enigszins op tegen de lange zit in het theater. Zou ik me zo lang kunnen concentreren op één verhaal? Dat viel echter alles mee. Herakles bestaat uit 9 delen, en geen enkel deel duurt langer dan een uur. Door de vele pauzes én het feit dat elk deel eigenlijk een verhaal op zich is, is het juist niet nodig een lange aandachtsspanne te hebben. De uitstekende verzorging met een prima lunch en diner maakte het geheel compleet. Maar dan de voorstelling. Herakles bestaat uit 9 delen. Afwisselend komen de verhaallijnen van de drie helden Herakles, zoon van de god Zeus, Theseus, zoon van Poseidon, en Jason, een koningszoon, aan bod. Hun handelingen worden aangestuurd én becommentarieerd door de goden. Dit wordt in het decor van de voorstelling goed tot uitdrukking gebracht door een grote wand met uitschuifbare ‘lades’, waarop de goden acteren. Het decor en de verhaallijn zitten dan ook prima in elkaar. De 9 verschillende scènes en de uitvoering van de acteurs waren naar mijn gevoel echter wel héél verschillend van kwaliteit. Een aantal acteurs bleef in een overdreven maniertje hangen dat zij in elk van hun personages gebruikte. De gehele speelstijl, zeer theatraal en met grote gebaren en heftige kostuums, was voor mij teveel van het goede. Er zaten dan ook enkele delen bij die ik ronduit verschrikkelijk vond. Met name bij het, naar mijn mening kitscherige, achtste deel, waarin Herakles met Deineira trouwt, moest ik door de zure appel heen bijten. Een groot deel van het publiek bleek deze muzikale scene juist te waarderen. Zelf houd ik meer van ingetogen theater. Twee scènes van Herakles, met Prometheus en de scene in de Hades, kwamen hierbij in de buurt. In deze twee scenes leken de teksten zorgvuldiger en werd het geheel abstracter. Op die punten waardeerde ik de voorstelling het meest. Herakles won echter niet voor niets de Toneelpublieksprijs 2012. De zaal zat, ook afgelopen zondag , weer bomvol. Om zoveel bezoekers, die veelal niet regelmatig naar het theater gaan, zich een hele dag te laten onderdompelen in het theater, is een hele kunst en een groot compliment waard. Gezien de enthousiaste reacties van het publiek, bewijst Toneelgroep De Appel de theaterwereld een grote dienst door nieuw publiek voor toneel te enthousiasmeren. En dat valt alleen maar te prijzen. Herakles is nog te zien in Carré Amsterdam op 16, 17 en 18 november. Zie: www.toneelgroepdeappel.nl
1 Comment
Het is niet vaak gebeurd dat ik in een museum tot tranen toe geraakt werd. Ik kan het me van twee keer herinneren: toen ik eindelijk de Scrovegni kapel in Padova zag, en toen ik een videokunstwerk zag in De Pont in Tilburg waarop een stervende vrouw te zien was (ook na een tijd speuren weet ik niet meer van wie dit werk is, wellicht van Bill Viola?). De derde keer was bij de expositie Parelen in kunst, natuur en dans in museum de Lakenhal.
‘Parelen in kunst, natuur en dans’ is een tentoonstelling die is gemaakt door choreografe en gastcurator Karin Post, waarbij verschillende disciplines uit de kunst worden samengebracht. Zo zijn er videoanimaties, foto’s, werk op papier en vele videoregistraties van dansscènes, aangevuld met naturalia uit de collectie van Naturalis. Indruk maakte in het bijzonder de prachtige computeranimaties waarmee de tentoonstelling begint en de werken van Kinke Kooi. Zeer boeiend is de combinatie, of eigenlijk meer de tengenstelling, tussen de beweging in de dansscènes en de verstilling van geconserveerde naturalia. Maar is het die diversiteit aan geëxposeerde werken die Parelen de meest ontroerende tentoonstelling maakt die ik ooit heb gezien? Nee. Parelen is gemaakt als een choreografie, en muziek, looproute, objecten en kleurenschema’s vormen dan ook samen één geheel. Toch kwam de ontroering die ik tijdens de tentoonstelling voelde, en de reden dat ik enigszins ‘verdwaasd’ uit het museum kwam, voor een groot deel voor rekening van toneelschrijver Rob de Graaf, die het verhaal voor de audiotour schreef, en Pierre Bokma, die het insprak. Wie mij volgt op twitter weet dat ik erg van poëzie houd (zie deze Storify van #poëzievoorhetslapengaan). De zorgvuldigheid van de tekst van het verhaal over Siluce, die haar parel achterna reist, raakte me. Ik werd het verhaal ingezogen en wilde eigenlijk terugspoelen om zinnen als “Kan een land, kan een strand, kan iets dat er gewoon is, van iemand ZIJN?” nog eens terug te luisteren. Hiermee blijk ik overigens lijnrecht te staan tegenover Maarten Baanders, die voor Cultureel persbureau in zijn recensie van Parelen schreef: "Hoe mooi dit verhaal ook is, als je het hoort tijdens de wandeling door het museum, zit het de ervaring van de tentoonstelling in de weg. Het is te veel van het goede. De expositie heeft zelf al zo’n suggestieve, sprookjesachtige atmosfeer, dat het verhaal dat door de koptelefoon je hoofd binnenkomt als een verstoring werkt en de aandacht fragmenteert". Bij mij zorgde de audiotour er juist voor dat ik helemaal ondergedompeld werd in de tentoonstelling. Lopend door het museum vroeg ik me af: waarom maken musea niet vaker gebruik van de kracht van taal? Geen onbegrijpelijke wandteksten, onleesbare zaalbordjes. En al helemaal geen saaie, langdradige audiotours met onbegrijpelijke termen. In plaats daarvan verhalen die je raken, waar je over na gaat denken, die net zo goed onderdeel zijn van de exposities als de objecten waarlangs ze je leiden. En die maken dat je nóg eens wilt gaan. Parelen (mét audiotour!) is een must. Voor wie van musea houdt, zeker voor wie van dans houdt, maar al helemaal voor een ieder die van taal houdt. Omdat een recensie natuurlijk niet alléén maar lyrisch kan zijn, een klein puntje van kritiek richting De Lakenhal: wat jammer dat ik het verhaal van Siluce niet als boekje met cd bij de museumshop kon kopen om die avond met de stem van Pierre Bokma in slaap te vallen! Deze zomer -helaas- geen Italiaanse vakantie voor mij. Het werd iets minder exotisch maar zeker ook de moeite waard: Zuid-Limburg. En natuurlijk geen vakantie zonder museumbezoek. In Aken bezocht ik het Suermondt-:Ludwigmuseum, dat zo tegenviel dat ik er geen blog over zal schrijven. Het meest verrassende bezoek was dat aan het Museum Land van Valkenburg (ja, in dat plaatsje waar verder werkelijk niets te beleven is). Daarover later nog een blog. Het meest bekende museum van Zuid-Limburg is uiteraard het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Met het prachtige opvallende gebouw van Aldo Rossi is het museum een niet te missen icoon van de stad geworden. Tegen de verwachting in viel de collectie Oude Beeldende Kunst in het museum me nogal tegen. Gelukkig werd dat ruimschoots goed gemaakt door de expositie "Martin Visser, verzamelaar, ontwerper, vrije geest". Naast prachtig modern werk (geweldige fotoserie van een homobar van Sigmar Polke, door Visser zelf op doek geprint!) toont de expositie een grote collectie documentatie van verzamelaar Visser. Dat biedt de bezoeker de gelegenheid een briefwisseling in te zien tussen Visser en Panamarenko. Dit geeft een beeld van hoe de verzamelaar én de kunstenaars te werk gingen en tot overeenstemming kwamen voor de aanschaf van een werk. Naast de expositie over Martin Visser werd ik ook gegrepen door het werk Walldrawing #801, Spiral van Soll le Witt in de Cupola van het museum. Normaal ben ik niet zo'n fan van het werk van Soll le Witt, maar Spiral, bestaande uit een licht hellende witte lijn die de hele koepel omspant, past zo goed op deze plek dat je niet anders kunt dan er naar kijken en je in te verliezen. Dat wordt nog versterkt doordat Spiral gepresenteerd wordt in combinatie met een kunstwerk (waarvan de naam van de maker me ontschoten is) bestaande uit sofa's waarop de bezoeker kan plaatsnemen om nog verder weg zinken in het werk van Soll le Witt. Het mooie van de Spiral in de koepel is dat het werk steeds in combinatie met een ander werk getoond kan worden. Dat levert steeds weer andere interacties en gezichtspunten op. Een kunstwerk dat niet verveelt én tot de verbeelding blijft spreken. Een paar leuke feiten over Spiral (via site Bonnefantenmuseum): Tussenafstand van de lijnen 10 cm Totale lengte tape ± 5,7 km Totale oppervlak 472 m² Aantal omwentelingen 143 Deze week ontving ik de veilingcatalogus van de boek- en prentveiling van een van mijn oude werkgevers: Van Stockums Veilingen in Den Haag. Een van de veilingitems herkende ik (zonder te spieken!) direct als een werk van Jacques de Gheyn II, een in Antwerpen geboren tekenaar en prentmaker die in de leer ging bij Hendrick Goltzius. In 2009 werkte ik mee aan de tentoonstelling Op weg naar de Gouden Eeuw. Hendrick Goltzius en Jacques de Gheyn II" in het Limburgs Museum Venlo, waarvan je hier de catalogus kunt zien. Jacques de Gheijn woonde enkele jaren in Leiden en had contact met alle belangrijke geleerden aan de Leidse Universiteit. Een van die geleerden, hoewel toen nog maar 15 jaar, was Hugo de Groot, afgebeeld op de prent die nu te koop is bij Van Stockums. De prent beeldt Hugo de Groot af en is voorzien van De Groot's devies 'Ruit Hora' (de tijd snelt voort) en een Latijns vers dat, vertaald, stelt: "Ik van myn vyftien jaer ter pleitrol opgeschreven Huig Jansz. de Groot word dus in plaet verbeeldt naer 't leven". De Groot verwijst hier naar zijn inschrijvinmg in 1599 als advocaat. Op de prent toont Grotius een medaillon met de beeltenis van de Franse koning Hendrik IV. De tekening, uiteraard in tegengestelde richting, die voorafging aan deze prent, is in het bezit van het Amsterdams Historisch Museum. Hoewel minder zeldzaam en kostbaar als de tekening, is de prent zelf ook bijzonder. Op deze grote afbeelding van de prent is te zien hoe gedetailleerd de jonge geleerde is weergegeven. Nu te koop bij Van Stockums Veilingen vanaf 350 euro. Wie biedt? In april was ik weer eens een paar dagen in Firenze. Een stad die ik in mijn hart gesloten heb. Tijdens de busreis vanaf Pisa verheug ik me al op de aankomst bij Santa Maria Novella. De stad is één groot kunstwerk. Elke kerk, ieder palazzo en zelfs elke straathoek herbergt kunstschatten die in alle kunstgeschiedenisboeken staan. Dat kan je natuurlijk ook over Rome zeggen. Maar Florence overrompelt door de enorme concentratie van meesterwerken per vierkante kilometer. Niet voor niets wordt het Stendhalsyndroom ook wel het Florencesyndroom genoemd en schreef hij over de stad: "Ik raakte in extase door het idee dat ik in Florence was, vlakbij de grote meesters wier praalgraven ik had gezien. Toen ik uit de Santa Croce kwam, had ik hartkloppingen. Het leven vloeide uit me weg. Ik liep, maar was bang dat ik zou vallen.”
Mooie woorden over een prachtige stad. Maar eigenlijk denk ik dat ik weet waarom ik zo van Florence houd. Stiekem lijkt het gewoon een beetje op Leiden. Alles op loopafstand, mensen die elkaar op de markt tegenkomen en elkaar groeten, relatief veel (kunst)studenten en leuke barretjes. En met betere winkels en restaurants! Want naast een prachtige kunststad is de parel aan de Arno ook nog om heel veel meer te bewonderen: het eten, de winkels, de mensen, de sfeer. Alleen het uitgaansleven is een minpuntje, dat beperkt zich toch meer tot wijnbarretjes en restaurants die tot de late uurtjes open zijn. Omdat ook eten een kunst kan zijn, hieronder wat tips: Il Vinaino di Fiocco Voor het lekkerst broodje salami dat je ooit op hebt! De eigenaar is ook nog eens gek op Nederland, waar hij vijf keer is geweest omdat zijn zoon in Amsterdam studeert. Hij vertelde enthousiast over zijn bezoek aan Texel, Vlieland en de Efteling. Leiden had hij nog niet gezien. Canapone De verrassing van mijn trip. Wat een geweldig restaurant! Heerlijk en niet duur gegeten. Heel opvallend is dat er allerlei familie en vrienden in het restaurant komen eten die allemaal uitbundig gekust worden door de eigenaar. Echt een aanrader. The Stickchouse Voor heerlijk ijs op een stokje. Biologisch, het ziet er prachtig uit en het smaakt heerlijk! Trattoria Za-Za Vlakbij de Mercato (die toch wel een tikkeltje toeristisch is). Het eten is niet heel bijzonder, maar de wijnen zijn goed en de sfeer is fijn. La Cantinetta di Dante e Beatrice Heerlijke wijnen, goede olijven en salami. En een vrolijke eigenaar die houdt van zijn werk. En om dan op de valreep nog een culturele tip te geven: ga naar de expositie "Americani a Firenze" in het Palazzo Strozzi (nog tot 15 juli 2012) over werk van Amerikaanse impressionisten in Florence. Hoewel ik niet per se van deze stroming houd, was ik verrast door de kwaliteit van de expositie. Eindelijk een Italiaans museum met mooi uitgevoerde, goed leesbare tekstborden. Mooie kleuren op de wanden en smaakvol samengesteld. Gaat dat zien! Vorige week voerde het cultuuruitje van GroenLinks Leiden mij naar de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Leiden. Hoewel ik de collectie redelijk ken, verraste het bezoek me toch. Conservator prenten en tekeningen Jef Schaeps toonde ons een aantal topstukken uit de collectie. Daar horen natuurlijk prenten en tekeningen bij van Hendrick Goltzius, Rembrandt en Lievens. Een van de redenen om het cultuuruitje te organiseren was voor mij dan ook om mensen nog eens te laten weten dat we naast de prachtige Brillenverkoper in de Lakenhal toch echt nog wel meer Rembrandts in Leiden hebben.
Maar, de werken die me bij het bezoek het meest aanspraken waren toch de moderne tekeningen en prenten in de collectie. De UB verzamelt namelijk ook modern werk, zodat de collectie interessant blijft en doorloopt tot in de nieuwste tijd. Een van de tekeningen die we zagen was een groot werk van de jonge Rotterdamse kunstenaar Justin Wijers. Het werk, getiteld "You think I ain't worth a dollar" is 100 x 140 cm groot en toont het lichaam van een dode man, opgebouwd uit letters, kleurige vlakken en lijntjes in viltstift en pen. Wijers maakt deze werken naar aanleiding van foto's die hij op internet vindt. Het kan hierbij gaan om slachtoffers van drugsoorlogen, racisme of oorlog. Justin Wijers is een zeer geengageerde kunstenaar en beoogt met zijn werk de 'naamloze' slachtoffers een identiteit terug te geven. Deze identiteit is fictief. Hij gaat niet op onderzoek uit wie de mensen op de foto in werkelijkheid waren, maar construeert zijn eigen werkelijkheid voor hen. Zelf schrijft hij hierover: "ik voel me een plastisch chirurg die een misvormd lijf zijn schoonheid weer teruggeeft of een uitvaartverzorger die een lijk aflegt. De wonden en het bloed worden als het ware verhuld in een organisch geheel van lijnen, teksten, symbolen en onderliggende tekeningetjes die ontstaan uit vrije associatie." Zijn werk doet me enigzins denken aan dat van Ronald Ophuis, over wie onlangs de prachtige documentaire 'Painful Painting' werd uitgezonden. Ook Ophuis gebruikt gruwelijke beelden als inspiratie voor zijn werk en ook Ophuis werkt op groot formaat. Bij Ophuis is echter niet het doel om de betrokkenen een nieuwe identiteit te geven, zoals bij Wijers wel het geval is. Wijers maakt met zijn werk monumenten voor de slachtoffers. Omdat iedereen, in welke omstandigheid hij dan ook gestorven is, een mens is zoals wij allemaal. Afbeelding: Justin Wijers, You think I ain't worth a dollar, 2009, gemengde techniek op papier, 100 x 140 cm, Bijzondere Collecties Universiteit Leiden, inv. nr. 20744 (Print room) Een tijdje geleden wierp ik een blik op een bericht van de Kamer van Koophandel en mijn oog viel op de datum van inschrijving van Kunst in de kijker: 24 februari. Vandaag bestaat mijn bedrijf dus 1 jaar, tijd om terug te kijken hoe het is bevallen. Bij mijn inschrijving bij de KvK vulde ik bij de vraag 'Hoeveel opdrachtgevers verwacht u te krijgen?' heel voorzichtig '5' in. Het waren er in 2011 maar liefst 11. Variërend van het eenmalig herschrijven van een persbericht tot het in een paar maanden toewerken naar Kunstfestival Tik van de Molen. En jawel, zelfs een opdrachtgever in het buitenland!
Naast veel, hard, en tot in de late uurtjes doorwerken geeft het voor mezelf werken mij vooral een heel vrij en voldaan gevoel. Ik heb de mogelijkheid tijd te maken voor onbetaald werk dat ik leuk vind. Ik kan van de zon genieten als ik zorg dat ik mijn deadlines haal én ik kan ideeën die ik zelf heb uitbouwen. Het argument dat ik wel eens hoor dat als zelfstandige werken 'eenzaam' is vanwege het gebrek aan collega's gaat in mijn geval in ieder geval niet op. Ik heb nog nooit zoveel nieuwe en leuke contacten opgedaan als het afgelopen jaar. Zijn er ook nadelen? Ja. Soms stroomt mijn hoofd over van alle projecten die door elkaar lopen. Ik heb me al eens ongelooflijk vergist in de hoeveelheid tijd die een opdracht (met vaste projectprijs!) zou kosten. Om over de belastingaangifte maar niet te beginnen. Maar al met al is het eerste jaar van Kunst in de kijker voorbijgevlogen en heeft me hele mooie dingen gebracht. Op naar de tweede verjaardag, proost! Deze keer in Kunstwerk in de kijker aandacht voor mijn eigen kunstwerk! Vorige week ontving ik van de drukker het eerste exemplaar van "Vorm en Achtergrond. Leven en werk van schilder-graficus Cees Kortlang (1926-2008)". Sinds 2009 ben ik al bezig met het onderzoek naar leven en werk van Cees Kortlang: interviews met vrienden en familie, herinneringen van collega-kunstenaars, foto's van vroeger, ik verzamelde het allemaal. In de loop van de tijd ontstond er een levendig beeld van Cees Kortlang, van zijn karakter en van zijn werk. Dit alles is opgeschreven in de publicatie, die is uitgegeven door de Karin Kortlang Stichting. Het boek heeft een prachtige harde grijs kartonnen kaft en bevat veel afbeeldingen van het werk van Kortlang. Ik ben er supertrots op en wil het boek natuurlijk graag aan de man brengen! Bestellen kan via info@kortlangstichting.nl of natuurlijk direct via mij (jullie hebben mijn nummer)! Het boek kost 22,50 euro (excl. verzendkosten). Dus: bestel maar, bestel maar bestel maar..... ! Vorige week bezocht ik in de Leidse Schouwburg "LODHO speelt Tom Waits". Weinig tijd gehad om een uitgebreide blog over te schrijven, maar eigenlijk hoeft dat ook niet. Het was geweldig! Kijk, luister, lach, geniet! Vorige week donderdag zag ik in de Leidse Schouwburg Ivan en de Honden, een voorstelling van het Jeugdtheaterhuis Zuid-Holland. Een voorstelling die gebaseerd is op het waargebeurde verhaal van een Ivan Mishukov, die van zijn vierde tot zijn zesde met een groep verwilderde honden door de straten van Moskou zwierf. Het verhaal leende zich prima voor een voorstelling en Hattie Naylors Ivan and the dogs werd dan ook bekroond tot ‘Best BBC Radio Drama’. Nu heeft het Jeugdtheaterhuis zich dus gewaagd aan het aangrijpende verhaal. En hoe! Ivan en de honden is een ingetogen voorstelling. Een prachtig decor dat het verhaal ondersteunt in plaats van het te overschreeuwen, honden die door hun gedrag honden zijn in plaats van door verkleedkostuums. En een voorstelling met een bijzondere vertelvorm. Het verhaal wordt verteld in het ‘nu’ en vanuit de ik-persoon. Er staan twee Ivannen op het toneel: de oudere Ivan die terugblikt op zijn tijd op straat, en de jonge Ivan. Afwisselend spreken zij de teksten uit. De andere personages spreken over zichzelf in de 3e persoon. Dit zorgt ervoor dat het verhaal echt verteld wordt zoals je het in een boek zou lezen. De vorm voelt in eerste instantie wat statisch aan, maar past toch goed bij het verhaal. In de loop van het spel lijken de spelers wat losser te worden en komt de voorstelling meer op gang. Jammer is dat dit zo nu en dan wordt onderbroken door, ‘De Tijd’, die in de vorm van een volwassene steeds door het stuk komt lopen met zinnen als: ‘Het was een koude winter’. Deze interrupties zijn niet nodig omdat in de tekst van Ivan en de overige personages al duidelijk wordt hoe het zit met de tijd. Maar erger is nog dat door de inbreuk van ‘De tijd’ er een contrast gecreëerd wordt tussen volwassenen en kinderen. Bij het betreden van het toneel lijken de verhoudingen ineens te verworden tot docent-leerlingen. Een kleine golf van irritatie trok dan ook steeds door de zaal als De Tijd opkwam. Tegelijkertijd was dit het enige echte minpunt dat ik in de voorstelling ontdekt heb. Daar tegenover staat de sterke choreografie van Hedwig Duykers, die voor pit zorgde in de voorstelling. Vooral in het stuk waar de karakters van alle honden, Belka, Vano, Strelka en Ruslan, worden neergezet spat het plezier er bij de jonge spelers vanaf. Ivan en de honden is kortom een ingetogen voorstelling die ontroert. Ik wens het Jeugdtheaterhuis Zuid-Holland dan ook een geweldig 2012 toe, waarin hopelijk nog mooie producties volgen! Ivan en de honden is nog tot en met maart in de theaters te zien. |
Archives
Oktober 2023
Thema's
Alles
|