De bekendste biologen die zich op dit onderewerp stortten, en er ook nog eens heel leuk en toegankelijk over schreven, zijn F. de Waal (o.a.: The ape and the sushi master. Cultural reflections by a primatologist) en Desmond Morris. Er zijn in de loop der tijd ontzettend veel onderzoeken gedaan waar apen voorzien werden van middelen om te tekenen en te schilderen.Het bekendste voorbeeld (maar zeker niet het enige) van een schilderende aap is Congo. Deze chimpansee maakte bijna 400 werken, die overigens goed verkochten (op veilingen deed Congo het vaak beter dan Warhol of Renoir!). Picasso had zelfs een echte Congo aan de muur hangen.
Belangrijke observaties die gedaan werden bij de experimenten is dat de apen bij het schilderen altijd binnen de grenzen van het papier bleven en dat er een sterke drang naar symmetrie te zien was in de tekeningen. Wanneer Congo een papier gegeven werd met een stip aan een kant, zette hij zelf ook een stip op zo’n manier dat de tekening in balans werd gebracht. Dit experiment werd op alle mogelijke manieren herhaald en steeds met hetzelfde resultaat. Apen blijken dus gevoel te hebben voor orde en symmetrie. Ook bleken de apen, en met name Congo, zich steeds verder te ontwikkelen. De patronen die ze maakten werden steeds ingewikkelder en bestonden onder andere uit cirkels en spiralen. Bovendien konden de apen een werk als (on)af beschouwen. Wanneer het werk weggehaald werd voordat de aap klaar was, werd hij zichtbaar geïrriteerd. Andersom werkt het ook: wanneer de aap klaar was kon hij niet gedwongen worden verder te schilderen.
Er zijn twee kampen wanneer het gaat om de vraag waarom de apen blijven schilderen als ze daar de kans voor krijgen. Het ene kamp, aangevoerd door Desmond Morris, gaat ervanuit dat de aap iets wil 'scheppen', het andere kamp gaat uit van de drang om iets 'weg te werken', namelijk het lege vel papier. Tegelijkertijd is het ook zo dat de apen weinig waarde lijken toe te kennen aan de werken die ze geproduceerd hebben: soms scheuren ze het zelfs aan stukken. Hierbij is er dus een groot verschil tussen aap en mens: de aap probeert niet iets te maken dat blijft voortbestaan. Wellicht kunnen wij daar met onze eeuwige drang om te bewaren, beheren, behouden, conserveren, beschermen nog wel iets van leren.